Heeft China zonet de AI agenda bepaald?
We discussiëren eindeloos over de macht van Big Tech in de Verenigde Staten en de reguleringsdrang van Europa. Maar terwijl wij druk bezig zijn met onze eigen zorgen, kondigt zich in China een gebeurtenis aan die ons allemaal zou moeten wakker schudden. Op 26 augustus 2025 heeft de Chinese State Council een richtinggevende tekst gepubliceerd die de inzet van AI tot 2035 vorm moet geven. Een major event, maar in het Westen nauwelijks opgemerkt.
Waar wij verzanden in navelstaren, legt China een blauwdruk neer die rechtstreeks de toekomst van wetenschap, industrie, consumptie en bestuur bepaalt. Het is tijd om dat ernstig te nemen.
Artificial Intelligence +
In het Europese debat over artificiële intelligentie kijken we vaak in twee richtingen. Naar de Verenigde Staten, waar Big Tech de innovatieve lat legt. En naar Brussel, waar de AI Act de spelregels bepaalt. Zelden nemen we voldoende afstand om naar de derde pool te kijken: China. Dat is een denkfout. Op 26 augustus 2025 publiceerde de Chinese State Council een kadertekst die de komende tien jaar het referentiepunt wordt voor beleid, investeringen en marktontwikkeling: de Opinions on the in-depth implementation of the “artificial intelligence +” action. Deze “Opinion” is geen vrijblijvende brochure, maar een top-down richtsnoer voor het hele overheidsapparaat en voor miljoenen ondernemingen.
Wie vandaag onderneemt in West-Europa, kan het zich niet permitteren om dit te negeren. De tekst is helder over de ambitie: AI moet niet gewoon een nuttige tool zijn, maar een dragende structuur voor economie en samenleving. Of zoals het document het verwoordt: China wil tegen 2030 dat “kunstmatige intelligentie hoogwaardige ontwikkeling volledig zal mogelijk maken en de intelligente economie een belangrijke groeipool zal worden voor de economische ontwikkeling van ons land.”
Xu Qiang, voorzitter van het State Information Center, kadert dit als volgt:
“Als strategische technologie die een nieuwe golf van technologische revolutie en industriële transformatie aanvoert, verandert AI de manier waarop mensen werken en leven ingrijpend.”
De State Council en het gewicht van een “Opinion”
De State Council is het hoogste uitvoerend orgaan in China. Wanneer zij een “Opinion” publiceren, volgt geen jarenlange onderhandeling in lagen van overheid. Het is een directe instructie om beleid te concretiseren, van centrale ministeries tot provincies en staatsbedrijven. Dat blijkt al uit de adressering van het document, gericht aan “people’s governments of all provinces… [and] ministries and commissions of the State Council”. Die formulering maakt duidelijk dat het hier om een verticale aansturing gaat die de hele staat doorkruist.
Voor Europese lezers is dat een belangrijk cultureel en institutioneel verschil. Waar wij beleid vaak bottom-up testen en gefaseerd invoeren, werkt China vaker vanuit een centraal kader dat snel doorvertaalt naar implementatie. Dat betekent twee dingen voor ondernemers. Ten eerste: zodra prioriteiten in zo’n “Opinion” staan, verschuiven middelen en incentives ernaartoe. Ten tweede: standaarden en best practices die daaruit voortkomen, kunnen via internationale samenwerking en marktkrachten ook hier impact krijgen.
Van klassieke groeipijlers naar technologie en data
China’s groeiverhaal vanaf de jaren tachtig steunde op drie klassieke factoren: arbeid, land en kapitaal. Goedkope arbeid maakte een productiebasis op wereldschaal mogelijk. Landbeleid en urbanisatie stuwden infrastructuur en vastgoed. Hoge spaarquotes en staatsbanken kanaliseerden kapitaal naar grootschalige projecten. Dat model leverde decennia spectaculaire groei, maar de rendementen dalen. Lonen zijn gestegen, urbanisatie kent fysieke en financiële grenzen, en extra beton levert minder extra welvaart op.
De logische volgende stap is een economie die draait op immateriële activa. Technologie en data schuiven naar voren als de nieuwe productiefactoren. In 2020 werd in een gezamenlijk kader van Partij en State Council expliciet gemaakt dat data als “factor of production” naast arbeid en kapitaal moet worden behandeld. Dat is meer dan semantiek. Het opent de weg naar data-markten, eigendomsregimes voor data en een beleid dat waardecreatie uit informatie net zo serieus neemt als klassieke investeringen. De nieuwe AI+-strategie past precies in dit plaatje: ze operationaliseert hoe data en technologie economische productiviteit moeten stuwen.
De tijdslijn: 2027, 2030 en 2035
Het document legt een ambitieuze horizon vast. Tegen 2027 moet AI diep geïntegreerd zijn in zes sleutelgebieden, met een brede adoptie van intelligente terminals en agenten. Tegen 2030 wil China dat AI “fully empower[s] high-quality development” en uitgroeit tot een belangrijke groeipool. Tegen 2035 moet de intelligente economie de ruggengraat vormen van een moderne, breed gedigitaliseerde samenleving. Het gaat dus niet om één sector, maar om een economisch weefsel waarin AI de standaard wordt.
Voor Europese bedrijven betekent dit dat de komende tien jaar Chinese concurrenten niet alleen sneller zullen digitaliseren, maar dat zij dit doen met beleidsondersteuning, standaardisatie en infrastructuur die op nationale schaal wordt uitgerold. Dat vergroot hun schaalvoordelen en versnelt leercurves.
Het officiële persbureau Xinhua benadrukte in zijn verslag:
“China is bereid om zijn uitwisseling en samenwerking met verschillende landen te versterken om kunstmatige intelligentie in te zetten voor wereldwijde ontwikkeling en modernisering.”
Basisvoorwaarden: modellen, data, rekenkracht, toepassingen, open source, talent en veiligheid
Sterkere modellen
Het plan is expliciet over wat nodig is om dit alles te doen slagen. Ten eerste vraagt het om sterkere basiscapaciteiten van modellen: betere trainings- en redeneermethoden, evaluatie-systemen en interactie-kwaliteit. Dat is geen vrijblijvend R&D-wenslijstje, maar de operationele agenda om modellen aan complexe taken te laten werken.
Hoogwaardige data
Ten tweede staat data centraal. China wil hoogwaardige AI-datasets bouwen, eigendoms- en auteursrechtkaders voor data verbeteren, en mechanismen ontwikkelen voor compensatie en revenusharing op basis van waarde-bijdrage. Dat creëert economische prikkels om data te ontsluiten en te verrijken – een punt waar Europa nog zoekt naar een haalbaar evenwicht tussen privacy, IP en innovatie.
Massale rekenkracht
Ten derde gaat het om rekenkracht. Het document spreekt over ultra-grootschalige clusters, een geïntegreerd nationaal netwerk en het “East Data, West Computing”-programma om datastromen, energie en netwerken te coördineren. Voor Europa is dit confronterend: onze compute-basis is versnipperd, met minder grootschalige faciliteiten en hogere kostenbarrières voor kmo’s.
Versnelde toepassingen
Ten vierde is er de applicatielaag. China wil nationale pilot-bases, hertekende software-bedrijven en nieuwe dienstmodellen zoals “model as a service” en “agent as a service”. De bedoeling is om het traject van proof-of-concept naar industriële uitrol te verkorten, inclusief toleranties voor gecontroleerd falen tijdens vroege implementaties. Dat is precies het stuk waar Europese projecten vaak stilvallen.
Open source als hefboom
Verder krijgt open source een prominente plaats. Het beleid wil communities en kwaliteitsvolle projecten stimuleren, met incentives tot en met studiepunten voor studenten en erkenning voor docenten. Voor leveranciers betekent dit een groeiende stroom van bruikbare open tooling en modellen – maar ook de noodzaak om licenties en compliance op orde te krijgen.
Talentontwikkeling
Talent is het volgende ankerpunt. Het plan voorziet algemene AI-geletterdheid, meer hoogopgeleid talent en ruimte voor “no man’s land”-exploratie. Dat laatste is interessant: het beleid stuurt niet alleen op standaardisering, maar ook op ontdekkingsruimte voor baanbrekende trajecten. Europese bedrijven kunnen hierop inspelen door eigen talentprogramma’s aan te scherpen en gericht samen te werken met onderzoeksinstellingen.
Regels en veiligheid
Tot slot zijn er regels en veiligheid. China kondigt versterking aan van wet- en regelgeving, ethische richtlijnen, veiligheidsbeoordelingen en monitoring, met aandacht voor risico’s zoals black-boxgedrag, hallucinaties en discriminatie. Voor Europese juristen is dit een signaal: compliance-architecturen zullen convergeren rond thema’s als traceerbaarheid, audit en incidentrespons, ook al blijven de waardenkaders verschillend.
Wat betekent dit voor West-Europese ondernemers?
De korte conclusie is eenvoudig: de lat gaat omhoog, en ze gaat snel omhoog. De praktijk ziet er minder eenvoudig uit.
Een Vlaamse logistieke speler die zijn routeplanning optimaliseert met klassieke heuristiek, merkt dat een Chinese concurrent stapsgewijs een AI-agent inzet die weersdata, verkeersstromen, klantgedrag en magazijncapaciteit integreert. De leverbetrouwbaarheid stijgt, het brandstofverbruik daalt, de prijs- en serviceniveaus worden agressiever. Binnen de EU-markt voelt u dat via prijsdruk en via klanten die die nieuwe standaard verwachten. De oplossing is niet een eenmalige tool, maar het herontwerpen van processen zodat data en AI ingebouwd raken.
Een middelgrote producent van medische apparatuur die exporteert naar Azië krijgt te maken met ziekenhuisnetwerken waar “resident health assistants” en AI-diagnose-platformen de norm worden. Producten die niet passen in die workflow, verliezen tractie. Het vergt juridische en technische voorbereiding: contractueel helderheid over data-stromen, klinische validatie volgens lokale standaarden en een cybersecurity-profiel dat de audit doorstaat. Wie dat meeneemt in productontwikkeling, behoudt marktoegang en reputatie.
Een softwarebedrijf dat industriële klanten bedient, ziet dat RFP’s in toenemende mate vragen naar integratie met “intelligent native” omgevingen: real-time datastromen, agents die autonoom acties voorstellen, en een auditspoor voor beslissingen. Dat vraagt niet alleen technische features, maar ook juridische instrumenten: duidelijke verantwoordelijkheidstoewijzing bij mens-machine samenwerking, SLA’s voor modelupdates en afspraken rond IP dat ontstaat uit co-creatie. Het Chinese beleid versnelt die vragen, omdat leveranciers die daar al leveren ze meenemen naar globale klanten.
Een Europese stad die net een smart-parking project heeft afgerond, krijgt bij de volgende aanbesteding voorstellen met geïntegreerde AI-governance: realtime anomaliedetectie, slimme handhaving, vroegtijdige waarschuwingen voor incidenten en milieumodellen die fijnstof en verkeersstromen combineren. Dat is aantrekkelijk voor dienstverlening, maar roept vragen op over gegevensminimalisatie, proportionaliteit en burgerrechten. Het is precies in deze spanningszone – innovatie versus waarden – dat Europese steden hun eigen kader moeten aanscherpen, zonder de technologische boot te missen.
Nog niet te laat
Toch is dit geen verloren verhaal. Juist omdat China zo duidelijk zijn koers uitzet, hebben wij vandaag de kans om bewust te reageren. Wie de signalen nu erkent, kan processen tijdig herdenken, partnerschappen sluiten en investeren in eigen sterktes. Europese ondernemers beschikken over sterke onderzoeksgroepen, innovatieve kmo’s en een stevige regelgevende traditie die vertrouwen schept. Dat zijn troeven die, mits juist ingezet, een antwoord kunnen bieden op de Chinese AI-ambities. Er is dus nog niets verloren – op voorwaarde dat we ons hoofd niet in het zand steken.
Waarom dit allemaal samenhangt
De AI+-strategie is geen optelsom van sectorplannen. Ze is gebouwd als een systeem: modellen vragen data en rekenkracht; toepassingen vragen standaarden en juridische duidelijkheid; open source en talent vullen de pijplijn; veiligheid en governance zorgen dat het geheel maatschappelijk aanvaardbaar blijft.
Die systemische logica verklaart waarom de tekst tegelijk over wetenschap, industrie, consumptie, welzijn, bestuur en internationale samenwerking spreekt. Europa, met zijn sterke regelgevende traditie en excellente onderzoeksgroepen, kan hierop antwoorden door eigen systemische keuzes te maken: investeer gerichter in rekenkracht, bouw datasamenwerkingen met duidelijke rechten en plichten, en versnel de weg van onderzoek naar industriële uitrol – mét behoud van onze waarden.
Tijd voor actie
China zet met AI+ een richting uit die in 2027, 2030 en 2035 concreet toetsbaar is. Het land koppelt technologie en data aan economische expansie, interne modernisering en externe normzetting. Voor Europese ondernemers betekent dit dat concurrentie en compliance tegelijk verschuiven. Wachten tot de golf hier aankomt, is geen optie. Vooruitlopen is mogelijk, maar vergt bewuste keuzes: processen herdenken, datastromen organiseren, juridische spelregels borgen en partnerschappen sluiten die toegang geven tot kennis, rekenkracht en markten.
Bij consey(.legal) helpen we je om die keuzes scherp te maken. We vertalen geopolitiek en beleid – van Beijing tot Brussel – naar concrete strategische en juridische acties in je bedrijf. Wil je weten waar de grootste impact voor jouw sector ligt en welke stappen vandaag al zinvol zijn? Neem contact op via hallo@consey.legal. We maken samen een plan dat houdbaar is in een wereld waar AI geen extraatje meer is, maar de kern van het spel.
Geschreven door Kris Seyen, Founder & Managing Partner consey(.legal)