Kijkt iemand mee? De slimme bril als privacyval
Smartglasses met camera zijn geen sciencefiction meer – je ziet ze op straat, op het strand, en zelfs op het terras naast je. Maar weet jij wanneer je toestemming nodig hebt om die camera te gebruiken?
Zomer 2025. Terwijl toeristen flaneren door historische stadjes en gezinnen ontspannen aan het zwembad, kijken steeds meer mensen door een slimme bril. Sommige modellen bieden alleen navigatie of spraakassistentie, maar andere nemen stilletjes video op of maken automatisch foto's. En daar wringt het schoentje: wat betekent dat voor de privacy van anderen? In deze blog leggen we uit welke juridische regels gelden – en waarom je met een slimme bril ook slim moet omgaan.
De comeback van de slimme bril
De Ray-Ban Stories, in 2022 nog een futuristische gimmick, zijn inmiddels deel van een hele markt. Vandaag heb je keuze uit tientallen modellen, van Snapchat Spectacles tot de AI-gedreven Meta Glasses. Sommige zien eruit als gewone zonnebrillen, maar beschikken over één of zelfs twee verborgen camera’s. Handig voor de gebruiker – maar potentieel invasief voor de mensen rond je.
Wat deze technologie zo privacy-invasief maakt, is de combinatie van onzichtbare opname en natuurlijke draagwijze. Een camera in de hand of een smartphone voor je gezicht is een duidelijk signaal dat er wordt gefilmd of gefotografeerd. Bij een slimme bril ontbreekt dat signaal: de omgeving weet vaak niet eens dat er opnames plaatsvinden. Dat maakt dat de sociale controle – een belangrijk informeel vangnet voor privacy – verdwijnt. De grens van wat mogelijk is, schuift zo steeds verder op.
Bovendien zijn er ook slimme brillen met augmented reality (AR) maar zonder camera. Deze kunnen nuttige toepassingen hebben, bijvoorbeeld voor navigatie of real-time vertaling, zonder directe impact op de privacy. Toch is het risico reëel dat er een publieke weerstand ontstaat tegen álle slimme brillen, omdat het publiek het onderscheid tussen modellen met en zonder camera moeilijk kan maken.
Portretrecht: herkenbaar en contextueel
Herkenbaarheid als kerncriterium
Het portretrecht beschermt het recht van een persoon om te bepalen of en hoe zijn of haar afbeelding wordt gebruikt. Het geldt zodra iemand herkenbaar in beeld komt – en dat betekent meer dan enkel het gezicht: ook houding, kleding of context kunnen voldoende zijn. Cruciaal is dat een derde het individu kan identificeren.
Van zodra herkenbaarheid aanwezig is, vereist het portretrecht in principe twee toestemmingen: één voor het maken van het beeld, en één voor de verspreiding ervan. Dit principe is bevestigd in vaste rechtspraak, waaronder een arrest van het Hof van Beroep Gent van 21 februari 2008.
Openbare ruimte? Geen vrijgeleide
Een misvatting is dat het portretrecht niet geldt in openbare ruimte. De plaats is echter niet doorslaggevend. Zelfs in een publieke context blijft het portretrecht overeind zodra de focus ligt op één persoon of kleine groep. Enkel wanneer iemand toevallig in de achtergrond loopt zonder focus op zijn persoon, is er mogelijk geen inbreuk. Maar zodra er enige nadruk ligt – bewust of door compositie – geldt het recht onverminderd.
Het portretrecht is dus geen absoluut verbod op fotograferen, maar een beschermingsrecht tegen gebruik van beelden waarin het persoonlijk belang van de geportretteerde wordt geraakt.
GDPR: niet altijd van toepassing, maar wél belangrijk
Wat zegt de GDPR?
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR) is van toepassing zodra er sprake is van een verwerking van persoonsgegevens. Een herkenbare persoon op een video- of foto-opname geldt als persoonsgegeven. Van verwerking is sprake wanneer het beeldmateriaal wordt opgeslagen, gedeeld of georganiseerd verwerkt.
Voor elke verwerking is een rechtsgrond vereist. In toeristische of sociale contexten zal die meestal berusten op toestemming van de betrokkene. Zonder toestemming bevindt de verwerker zich buiten het wettelijk kader – behalve wanneer de GDPR niet van toepassing is.
Wanneer geldt de huishoudelijke uitzondering?
De GDPR is niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens "door een natuurlijke persoon in het kader van een zuiver persoonlijke of huishoudelijke activiteit" (art. 2.2.c AVG). Dit is een uitzondering, geen hoofdregel. Het filmen voor strikt privégebruik – zoals familiefoto’s die je enkel thuis bekijkt – valt hier onder.
Maar zodra je beelden deelt via sociale media, zeker op publieke profielen of in cloudomgevingen, verlies je de bescherming van deze uitzondering. Dan moet je dus wél een rechtsgrond hebben, meestal in de vorm van toestemming van herkenbare personen.
Samenloop van portretrecht en GDPR
Portretrecht en GDPR zijn twee aparte regimes die soms tegelijk, soms afzonderlijk spelen. Het is belangrijk dit onderscheid te begrijpen:
Wel portretrecht, geen GDPR: Zelfs als de GDPR niet van toepassing is (bijvoorbeeld bij volledig privégebruik), kan het portretrecht toch gelden. Iedereen – ook een partner of familielid – heeft recht op zijn portret. De privésfeer sluit dat recht niet uit. Verspreiding, ook binnen een beperkte kring, kan inbreuk maken op dat recht.
Wel GDPR, geen portretrecht: Minder frequent, maar mogelijk. Het portretrecht kan vervallen wanneer impliciete toestemming geldt (bijvoorbeeld iemand die bewust en zonder bezwaar voor de camera poseert), terwijl de GDPR nog steeds een uitdrukkelijke, vrije en geïnformeerde toestemming vereist voor verwerking als persoonsgegeven.
Dit betekent dat een opname juridisch toegestaan kan zijn onder het ene regime, maar verboden onder het andere. Daarom moet in elke situatie beide kaders afzonderlijk én samen beoordeeld worden.
Toegepast: slimme bril op zomervakantie
1. Besloten opnames op het terras
Op een warme zomeravond zit je met je gezin op het terras van een vakantiehuisje, ver weg van de drukte. Terwijl de kinderen luidruchtig grappen maken, registreert je slimme bril automatisch korte videoclips. ’s Avonds stuur je een selectie door in een besloten WhatsApp-groep van de familie.
Juridisch: De GDPR is hier niet van toepassing: alles blijft binnen de privésfeer. Het portretrecht geldt in principe wél voor alle betrokkenen, maar in een familiale context mag doorgaans worden aangenomen dat er impliciete toestemming is voor het maken en delen van deze beelden.
2. Grootouders mee in beeld, gedeeld op openbaar profiel
Tijdens dezelfde vakantie passeren de grootouders en maak je een groepsfoto. Je vindt het een mooie foto en besluit hem te posten op je publieke Instagramprofiel, zodat ook vrienden en kennissen mee kunnen genieten.
Juridisch: De GDPR is hier van toepassing. De beelden tonen herkenbare personen en worden publiek gedeeld. Er is dus toestemming nodig. Ook het portretrecht geldt: de grootouders hebben het recht zich te verzetten tegen verspreiding, zelfs al was de opname familiaal bedoeld.
3. Aan het zwembad van het resort
Op een luie namiddag besluit je het moment vast te leggen waarop je kind in het zwembad springt. Op de achtergrond zitten andere gasten in badkledij op hun ligstoelen. De bril filmt alles automatisch.
Juridisch: Dit is een gevoelige context. Er is verhoogde verwachting van privacy. Zelfs als de focus op de familie ligt, kunnen andere herkenbare personen in beeld aanspraak maken op hun portretrecht. Publicatie van deze beelden vereist dus toestemming van alle herkenbare betrokkenen. Ook de GDPR geldt hier zodra het materiaal gedeeld of opgeslagen wordt buiten de privésfeer.
4. Toeristisch filmen op een marktplein
Op een zonnige ochtend wandel je door een pittoresk stadje. Op het marktplein heerst drukte; overal lopen mensen. Je filmt de kraampjes en de sfeer, zonder op iemand in te zoomen.
Juridisch: In dit geval ligt de focus niet op een individu maar op de sfeer. Personen zijn toevallig en vluchtig in beeld. Er is vrijwel geen sprake van identificeerbaarheid, waardoor de GDPR in de praktijk meestal niet van toepassing is, zelfs niet bij publieke deling. Alleen als iemand duidelijk herkenbaar is, geldt de GDPR en is een rechtsgrond vereist. Wat het portretrecht betreft: zolang personen niet het onderwerp van de opname zijn en hun persoonlijk belang niet wordt geraakt, speelt het hier doorgaans geen rol.
Slimme bril? Slim gebruik.
Wat je met je smartphone niet zomaar mag doen, mag ook niet met een slimme bril. Door het discrete karakter van deze technologie gebeurt het filmen vaak onbewust – maar de juridische regels blijven gelden. Precies dat maakt de slimme bril zo gevoelig: hij verplaatst de grens van wat technisch mogelijk is zonder dat de omgeving het doorheeft.
Wees dus transparant. Vraag toestemming indien mogelijk, zeker bij gericht filmen. En wees terughoudend met delen van beelden waarop anderen herkenbaar zijn. Houd er rekening mee dat ook nuttige toepassingen, zoals AR-brillen zonder camera, onder vuur kunnen komen te liggen door negatieve perceptie.
Tot slot: weet wat je draagt
Smartglasses met camera’s zijn cool, innovatief, en soms handig. Maar ze zijn geen vrijgeleide om zomaar te filmen. De wet stelt grenzen – zowel via het portretrecht als via de GDPR. En ook zonder juridische claim wil je waarschijnlijk niet de vakantieverstoorder zijn die ongemerkt iedereen filmt.
Twijfel je over wat mag en wat niet? Bij consey(.legal) helpen we je graag om de juiste grenzen te kennen – en te respecteren. Of je nu een verdeler bent van slimme brillen, een werkgever die ze overweegt in te zetten, of gewoon een enthousiaste gebruiker: wij zorgen voor helderheid.
Neem contact op via hallo@consey.legal voor juridisch advies dat werkt, ook met bril op.
Geschreven door Kris Seyen, Founder & Managing Partner consey(.legal)